65. Gij hebt goedgedaan aan uw knecht,o Here, naar uw woord.
66. Leer mij goed onderscheiden en kennen,want ik stel vertrouwen in uw geboden.
67. Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik,maar nu onderhoud ik uw woord.
68. Gij zijt goed en goeddoende,leer mij uw inzettingen.