136. Mijn ogen vloeien als waterbeken,omdat men uw wet niet onderhoudt.
137. Gij zijt rechtvaardig, Here;uw verordeningen zijn waarachtig.
138. In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen gebodenen in grote trouw.
139. Mijn ijver verteert mij,omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten.