Psalmen 106:28-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. Toen zij zich aan Baäl-Peor koppelden,en dodenoffers aten,

29. en Hem tergden door hun daden,brak een plaag onder hen uit.

30. Maar Pinechas trad op en hield gericht;toen werd de plaag afgewend.

31. Dat werd hem tot gerechtigheid gerekend,van geslacht tot geslacht, voor altoos.

32. Zij vertoornden Hem bij de wateren van Meriba;het verging Mozes kwalijk om hunnentwil,

33. want zij waren tegen zijn Geest weerspannig,en hij sprak onbezonnen met zijn lippen.

Psalmen 106