Numeri 25:8-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. toen hij de Israëlitische man tot in het vertrek achterhaald had, doorstak hij hen beiden, zowel de Israëlitische man, als de vrouw, in het onderlijf. Toen hield de plaag over de Israëlieten op.

9. Het getal van hen die aan de plaag gestorven waren, bedroeg vierentwintigduizend.

10. De Here nu zeide tot Mozes:

11. Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft mijn toorn van de Israëlieten afgewend, doordat hij met een ijver voor Mij in hun midden heeft geijverd, zodat Ik de Israëlieten in mijn ijver niet heb verdelgd.

12. Zeg daarom: Zie, Ik geef hem mijn verbond des vredes,

Numeri 25