24. want aan de Levieten geef Ik als erfdeel de tiende, die de Israëlieten de Here als heffing brengen; daarom heb Ik van hen gezegd: In het midden der Israëlieten zullen zij geen erfdeel verkrijgen.
25. De Here nu sprak tot Mozes:
26. Tot de Levieten zult gij spreken en tot hen zeggen: Wanneer gij van de Israëlieten de tiende ontvangt, die Ik u van hen als erfdeel geef, dan zult gij daarvan als een heffing voor de Here een tiende van de tiende brengen,
27. en het zal voor u als een heffing beschouwd worden, als ware het het koren van de dorsvloer en de inhoud van de perskuip.