Matteüs 9:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En in een schip gegaan zijnde, stak Hij over en Hij kwam in zijn eigen stad. En zie, men bracht een verlamde, op een bed liggende, tot Hem.

2. En daar Jezus hun geloof zag, zeide Hij tot de verlamde: Houd moed, mijn kind, uw zonden worden vergeven.

3. En zie, sommige der schriftgeleerden zeiden bij zichzelf: Deze lastert God.

4. En daar Jezus hun overleggingen kende, zeide Hij: Waarom overlegt gij kwaad in uw hart?

5. Want wat is gemakkelijker, te zeggen: Uw zonden worden vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel?

Matteüs 9