Matteüs 22:38-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

38. Dit is het grote en eerste gebod.

39. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.

40. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

41. Toen de Farizeeën bijeen waren, vroeg Jezus hun,

42. zeggende: Wat dunkt u van de Christus? Wiens zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon.

43. Hij zeide tot hen: Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt:

Matteüs 22