Matteüs 2:3-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Toen koning Herodes hiervan hoorde, ontstelde hij en geheel Jeruzalem met hem.

4. En hij liet al de overpriesters en schriftgeleerden van het volk vergaderen en trachtte van hen te vernemen, waar de Christus geboren zou worden.

5. Zij zeiden tot hem: Te Betlehem in Judea, want aldus staat geschreven door de profeet:

6. En gij, Betlehem, land van Juda, zijt geenszins de minste onder de leiders van Juda,want uit u zal een leidsman voortkomen, die mijn volk Israël weiden zal.

7. Toen riep Herodes de wijzen in het geheim en deed bij hen nauwkeurig navraag naar de tijd, dat de ster geschenen had.

8. En hij liet hen naar Betlehem gaan, en zeide: Gaat en doet nauwkeurig onderzoek naar dat kind; en zodra gij het vindt, bericht het mij, opdat ook ik hem hulde ga bewijzen.

Matteüs 2