Matteüs 16:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En de Farizeeën en Sadduceeën kwamen tot Hem en vroegen, om Hem te verzoeken, dat Hij hun een teken uit de hemel zou tonen.

2. Hij antwoordde hun en zeide: [Bij het vallen van de avond, zegt gij: Goed weer, want de lucht ziet rood.

3. En des morgens: Vandaag ruw weer, want de lucht ziet somber rood. Het aanzien van de lucht weet gij te onderscheiden, maar kunt gij het de tekenen der tijden niet?]

4. Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, en het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona. En Hij verliet hen en ging heen.

5. En toen de discipelen naar de overkant gingen, hadden zij vergeten broden mede te nemen.

6. Jezus zeide tot hen: Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën.

Matteüs 16