Matteüs 12:14-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. En de Farizeeën gingen heen en spanden tegen Hem samen ten einde Hem om te brengen.

15. Maar Jezus doorzag het en ging vandaar weg. En velen volgden Hem en Hij genas hen allen,

16. en Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken,

17. opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet Jesaja, toen hij zeide:

18. Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft;Ik zal mijn Geest op Hem leggenen Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen.

Matteüs 12