Marcus 10:32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Zij waren onderweg, opgaande naar Jeruzalem, en Jezus ging vóór hen uit, en zij waren verbaasd en zij, die volgden, waren bevreesd. En wederom nam Hij de twaalven terzijde en begon tot hen te spreken over hetgeen over Hem zou komen:

Marcus 10

Marcus 10:31-40