Lucas 11:26-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. Dan trekt hij heen en neemt zeven andere geesten mede, bozer dan hij zelf; en zij komen binnen en wonen daar. En het wordt met die mens in het einde erger dan in het begin.

27. En het geschiedde, toen Hij deze dingen sprak, dat een vrouw uit de schare haar stem verhief en tot Hem zeide: Zalig de schoot, die U heeft gedragen, en de borsten, die Gij hebt gezogen.

28. Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren.

Lucas 11