Leviticus 9:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Op de achtste dag riep Mozes Aäron, diens zonen en de oudsten van Israël en zeide tot Aäron:

2. Neem u een kalf, een jong rund, ten zondoffer, en een ram ten brandoffer, beide gaaf, en breng ze voor het aangezicht des Heren.

3. En tot de Israëlieten zult gij spreken: Neemt een geitebok ten zondoffer, en ten brandoffer een kalf en een schaap, elk één jaar oud, en gaaf.

Leviticus 9