20. Maar iemand die, terwijl onreinheid hem aankleeft, vlees eet van het vredeoffer dat de Here toebehoort, die zal uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden.
21. En wanneer iemand iets onreins aanraakt, onreinheid van mensen of onreine dieren of enig onrein kruipend gedierte, en eet van het vlees van het vredeoffer dat de Here toebehoort, dan zal hij uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden.
22. De Here sprak tot Mozes: