1. Dit is de wet op het schuldoffer: het is allerheiligst.
2. Ter plaatse waar men het brandoffer slacht, zal men het schuldoffer slachten; en het bloed daarvan zal men rondom op het altaar sprengen.
3. Al het vet daarvan zal men offeren, de vetstaart en het vet dat de ingewanden bedekt.