10. Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid in het land afkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht terugkeren.
11. Een jubeljaar zal dit vijftigste jaar voor u zijn, dan zult gij niet zaaien, en wat dan vanzelf opkomt zult gij niet oogsten en dan zult gij de ongesnoeide wijnstok niet aflezen.
12. Want het zal u een jubeljaar zijn, heilig zal het u zijn; van de akker zult gij eten wat hij opbrengt.
13. In dit jubeljaar zal ieder van u zijn bezitting terugkrijgen.
14. Wanneer gij iets aan uw volksgenoot verkoopt of iets van hem koopt, dan zal de een de ander niet benadelen.