21. En wie een beest doodslaat, zal het vergoeden, maar wie een mens doodslaat, zal ter dood gebracht worden.
22. Enerlei recht zult gij hebben; de vreemdeling zij gelijk de geboren Israëliet, want Ik ben de Here, uw God.
23. Zo sprak Mozes tot de Israëlieten; toen brachten zij de vloeker buiten de legerplaats en stenigden hem, en de Israëlieten deden gelijk de Here Mozes bevolen had.