Leviticus 2:14-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Indien gij de Here een spijsoffer der eerste vruchten zult brengen, dan zult gij in het vuur geroosterde aren, fijngewreven graankorrels, als spijsoffer uwer eerste vruchten brengen.

15. Gij zult daar olie bij doen en wierook daarop leggen; het is een spijsoffer.

16. En de priester zal een deel van het fijngewrevene en van de olie, met al de daarbij behorende wierook, als gedenkoffer in rook doen opgaan, als een vuuroffer voor de Here.

Leviticus 2