Leviticus 14:19-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. En de priester zal het zondoffer bereiden en verzoening doen over hem die gereinigd moet worden van zijn onreinheid, en daarna zal hij het brandoffer slachten.

20. De priester zal het brandoffer en het spijsoffer op het altaar offeren. En de priester zal verzoening over hem doen, en hij zal rein zijn.

21. Maar indien hij arm is en zijn vermogen niet toereikend is, dan zal hij nemen één schaap als schuldoffer, tot een beweegoffer, om verzoening over hem te doen, met één tiende efa fijn meel, aangemaakt met olie, tot een spijsoffer, en een log olie.

22. Ook twee tortelduiven of twee jonge duiven, naar dat zijn vermogen toereikend is, en de ene zal zondoffer en de andere brandoffer zijn.

Leviticus 14