36. Maar Ik heb u gezegd, dat gij niet gelooft, ook al hebt gij Mij gezien.
37. Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
38. Want Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.