Joël 1:13-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Omgordt u en weeklaagt, gij priesters; jammert, gij dienaren van het altaar; komt, overnacht in rouwgewaden, gij dienaren van mijn God, want aan het huis van uw God zijn spijsoffer en plengoffer onthouden.

14. Heiligt een vasten, roept een plechtige samenkomst bijeen; vergadert, gij oudsten, alle inwoners des lands, tot het huis van de Here, uw God, en roept luide tot de Here.

15. Wee die dag, want nabij is de dag des Heren; als een verwoesting komt hij van de Almachtige.

16. Is niet voor onze ogen de spijze weggedaan, uit het huis van onze God vreugde en gejuich?

Joël 1