Job 7:4-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Als ik ga slapen, denk ik: Wanneer zal ik opstaan?Maar de avond rekt zich, en zo word ik zatvan woelen tot de schemering.

5. Mijn lichaam is met maden en korsten stof overdekt,mijn huid klopt en ettert.

6. Mijn dagen gaan sneller dan een weversspoel,en spoeden ten einde zonder hoop.

7. Bedenk toch, dat mijn leven een ademtocht is;mijn oog zal het goede niet weer zien.

Job 7