1. Waak op, waak op, bekleed u met sterkte, Sion; bekleed u met uw pronkgewaden, Jeruzalem, heilige stad. Want geen onbesnedene of onreine zal meer in u komen.
2. Schud het stof van u af, welaan, zet u neder, Jeruzalem; maak de banden van uw hals los, gevangene, dochter Sions.