18. Want zo zegt de Here, die de hemelen geschapen heeft – Hij is God – die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd: Ik ben de Here en er is geen ander.
19. Ik heb niet in het verborgene gesproken noch ergens in het land der duisternis; Ik heb tot het nakroost van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij tevergeefs. Ik, de Here, spreek wat recht is, verkondig wat rechtmatig is.
20. Vergadert u en komt, nadert tezamen, gij die uit de volken ontkomen zijt. Zij hebben geen begrip, die hun houten beeld dragen en bidden tot een god die niet verlossen kan.
21. Verkondigt en voert gronden aan. Ja, laten zij tezamen beraadslagen. Wie heeft dit vanouds doen horen, het van overlang verkondigd? Ben Ik het niet, de Here? En er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet.
22. Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer.