Jeremia 40:9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

En Gedalja, de zoon van Achikam, de zoon van Safan, zwoer hun en hun mannen: Gij behoeft er niet voor te vrezen om de Chaldeeën onderworpen te zijn; blijft in het land wonen en weest de koning van Babel onderworpen, dan zal het u wèl gaan.

Jeremia 40

Jeremia 40:3-12