1. Te dien tijde, luidt het woord des Heren, zal Ik voor alle geslachten van Israël tot een God zijn en zullen zij Mij tot een volk zijn.
2. Zo zegt de Here: Het volk der ontkomenen aan het zwaard vond genade in de woestijn, Israël, op weg naar zijn rust.
3. Van verre is de Here mij verschenen: Ja, Ik heb u liefgehad met eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken in goedertierenheid.