Hosea 9:11-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Efraïms heerlijkheid zal wegvliegen als het gevogelte: geen geboorte, geen moederschoot, en geen ontvangenis meer.

12. Ja, al brengen zij zonen groot, Ik zal hen kinderloos maken, zodat er geen mens meer zijn zal. Ja, ook wee hun, wanneer Ik van hen wijk.

13. Efraïm, zoals Ik het gezien had, was een Tyrus, geplant in een landouw; maar nu moet Efraïm zijn zonen uitleveren aan de moordenaar.

Hosea 9