Hosea 8:6-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Voorwaar, ook dit is uit Israël, het is het maaksel van een werkmeester, een god is het niet. Voorwaar, tot splinters zal dat kalf van Samaria worden.

7. Want wind zaaien zij en storm oogsten zij: tot rijpheid komt het koren niet, het is een gewas dat geen meel voortbrengt; en brengt het al iets voort, dan verslinden het vreemden.

8. Israël is verslonden. Nu zijn zij onder de volken geworden als een voorwerp waar niemand behagen in schept,

Hosea 8