Handelingen 20:25-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult.

26. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed;

27. want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen.

28. Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft.

Handelingen 20