25. En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult.
26. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed;
27. want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen.
28. Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft.