Handelingen 2:32-34 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn.

33. Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort.

34. Want David is niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt zelf:De Here heeft gezegd tot mijn Here:Zet U aan mijn rechterhand,

Handelingen 2