3. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid.
4. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.
5. En waarlijk, Ik zal uw eigen bloed eisen; van al het gedierte zal Ik het eisen en van de mensen onderling zal Ik het leven des mensen eisen.