Genesis 48:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Toen men aan Jakob meegedeeld had: Zie, uw zoon Jozef komt tot u, verzamelde Israël al zijn krachten en ging op het bed zitten.

3. En Jakob zeide tot Jozef: God, de Almachtige, is mij verschenen te Luz in het land Kanaän en heeft mij gezegend

4. en tot mij gezegd: zie, Ik zal u vruchtbaar maken, u vermenigvuldigen en u maken tot een menigte van volken; Ik zal dit land aan uw nageslacht geven tot een altoosdurende bezitting.

5. En nu, uw beide zonen, die u in het land Egypte geboren zijn, voordat ik tot u naar Egypte gekomen was, zij zijn de mijne; Efraïm en Manasse zullen mij als Ruben en Simeon zijn.

Genesis 48