Genesis 43:9-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Ik blijf borg voor hem; van mijn hand moogt gij hem eisen; indien ik hem niet tot u breng en vóór u stel, dan moge ik te allen tijde tegenover u als een schuldige staan.

10. Hadden wij niet getalmd, dan zouden wij zeker al tweemaal terug zijn.

11. Toen zeide hun vader Israël tot hen: Indien het zo gesteld is, doet dan dit: neemt van het fijnste des lands in uw zakken en brengt die man een geschenk: een weinig balsem en een weinig honig, gom en hars, terpentijnnoten en amandelen.

Genesis 43