25. Verder de zonen van Bilha, de slavin van Rachel: Dan en Naftali.
26. Vervolgens de zonen van Zilpa, de slavin van Lea: Gad en Aser. Dit zijn de zonen van Jakob, die hem geboren zijn in Paddan-Aram.
27. En Jakob kwam bij zijn vader Isaak te Mamre bij Kirjat-Arba – dat is Hebron – waar Abraham en Isaak als vreemdeling vertoefd hadden.