Genesis 31:11-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. En de Engel Gods zeide tot mij in de droom: Jakob. En ik zeide: Hier ben ik.

12. En Hij zeide: Sla toch uw ogen op en zie toe: al de bokken die het kleinvee bespringen, zijn gestreept, gespikkeld en gevlekt, want Ik heb gezien alles wat Laban u aandoet.

13. Ik ben de God van Betel, waar gij een opgerichte steen gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte gedaan hebt; welnu, maak u reisvaardig, ga uit dit land weg en keer naar het land uwer maagschap terug.

Genesis 31