6. en de Here zeide: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn.
7. Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan.
8. Zo verstrooide de Here hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad.