12. Toen Arpaksad vijfendertig jaar geleefd had, verwekte hij Selach.
13. En Arpaksad leefde, nadat hij Selach verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
14. Toen Selach dertig jaar geleefd had, verwekte hij Eber.
15. En Selach leefde, nadat hij Eber verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.