Genesis 10:11-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Uit dat land trok hij naar Assur en hij bouwde Nineve, Rechobot-Ir, Kalach

12. en Resen tussen Nineve en Kalach; dat is de grote stad.

13. En Misraïm verwekte de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten, de Naftuchieten,

14. de Patrusieten, de Kasluchieten, uit wie de Filistijnen zijn voortgekomen, en de Kaftorieten.

15. En Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, en Chet

16. en de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet,

17. de Chiwwiet, de Arkiet, de Siniet,

18. de Arwadiet, de Semariet en de Hamatiet; en daarna verspreidden zich de geslachten van de Kanaäniet.

19. En de grens van de Kanaäniet was van Sidon in de richting van Gerar tot Gaza, in de richting van Sodom, Gomorra, Adma en Seboïm tot Lesa.

Genesis 10