Ezechiël 1:2-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Op de vijfde der maand – het was het vijfde jaar der ballingschap van koning Jojakin –

3. kwam het woord des Heren tot de priester Ezechiël, de zoon van Buzi, in het land der Chaldeeën, aan de rivier de Kebar; de hand des Heren was daar op hem.

4. En ik zag en zie, een stormwind kwam uit het noorden, een zware wolk met flikkerend vuur en omgeven door een glans; daarbinnen, midden in het vuur, was wat er uitzag als blinkend metaal.

5. En in het midden daarvan was wat geleek op vier wezens; en dit was hun voorkomen: zij hadden de gedaante van een mens,

6. ieder had vier aangezichten en ieder van hen vier vleugels.

Ezechiël 1