Exodus 10:27-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Maar de Here verhardde het hart van Farao, zodat hij hen niet wilde laten gaan.

28. En Farao zeide tot hem: Ga weg van mij; zorg ervoor, dat gij mijn aangezicht niet meer ziet, want ten dage, dat gij mijn aangezicht ziet, zult gij sterven.

29. Hierop zeide Mozes: Gij hebt juist gesproken; ik zal uw aangezicht niet meer zien.

Exodus 10