10. En de Here gaf mij de twee stenen tafelen, beschreven met de vinger Gods, waarop al de woorden stonden, die de Here op de berg tot u gesproken had uit het midden van het vuur, op de dag der samenkomst;
11. na verloop van veertig dagen en veertig nachten gaf de Here mij de twee stenen tafelen, de tafelen van het verbond.
12. Toen zeide de Here tot mij: sta op, daal haastig van hier naar beneden, want uw volk, dat gij uit Egypte geleid hebt, heeft het verdorven; zij hebben zich gehaast om af te wijken van de weg, die Ik hun geboden heb; zij hebben zich een gegoten beeld gemaakt.
13. Voorts zeide de Here tot mij: Ik heb dit volk gezien en zie, het is een hardnekkig volk.
14. Laat Mij begaan, dat Ik hen verdelg en hun naam van onder de hemel uitwis; dan zal Ik u tot een volk maken, machtiger en groter dan dit.