Deuteronomium 30:10-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. wanneer gij naar de stem van de Here, uw God, luistert door zijn geboden en inzettingen te onderhouden, die in dit wetboek geschreven staan; wanneer gij u tot de Here, uw God, bekeert met geheel uw hart en met geheel uw ziel.

11. Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg.

12. Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen?

13. En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen?

14. Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart om het te volbrengen.

Deuteronomium 30