Deuteronomium 28:39-42 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

39. Wijngaarden zult gij planten en bewerken, maar geen wijn drinken of opleggen; want de worm zal eraan knagen.

40. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele gebied, maar u niet met olie zalven; want uw olijven zullen afvallen.

41. Gij zult zonen en dochters verwekken, maar zij zullen u niet toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan.

42. Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de sprinkhanen zich meester maken.

Deuteronomium 28