Deuteronomium 11:3-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. de tekenen en de daden, die Hij in Egypte gedaan heeft aan Farao, de koning van Egypte, en aan diens gehele land;

4. en wat Hij gedaan heeft met het leger van Egypte, met zijn paarden en zijn wagenen: hoe Hij de wateren der Schelfzee hen deed overstromen, toen zij u achtervolgden en hoe de Here hen ten onder gebracht heeft tot op deze dag;

5. en wat Hij u gedaan heeft in de woestijn, tot gij kwaamt op deze plaats,

6. ook wat Hij aan Datan en Abiram, de zonen van Eliab, de zoon van Ruben, gedaan heeft: hoe de aarde haar mond opensperde en hen verzwolg met hun huisgezinnen, tenten en alle have, die zij meevoerden, in het midden van geheel Israël;

7. want uw ogen hebben heel het grote werk gezien, dat de Here gedaan heeft.

Deuteronomium 11