Daniël 3:28-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. Nebukadnessar hief aan en zeide: Geloofd zij de God van Sadrak, Mesak en Abednego! Hij heeft zijn engel gezonden en zijn dienaren bevrijd, die zich op Hem hebben verlaten, het bevel des konings hebben overtreden, en hun lichamen prijsgegeven, omdat zij geen enkele god willen vereren of aanbidden dan alleen hun God.

29. Daarom wordt door mij een gebod uitgevaardigd, dat ieder, tot welk volk, tot welke natie of taal hij ook behore, die enig oneerbiedig woord spreekt tegen de God van Sadrak, Mesak en Abednego, in stukken gehouwen en dat zijn huis tot een puinhoop gemaakt zal worden, omdat er geen andere god is, die zó verlossen kan.

30. Toen bewees de koning Sadrak, Mesak en Abednego bijzondere gunst, in het gewest Babel.

Daniël 3