1. Hierna vroeg David de Here: Zal ik optrekken naar een van de steden van Juda? De Here antwoordde hem: Trek op. David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij antwoordde: naar Hebron.
2. Toen trok David daarheen met zijn twee vrouwen: Achinoam, de Jizreëlitische, en Abigaïl, de vrouw van de Karmeliet Nabal.
3. Ook liet David zijn mannen die bij hem waren, meetrekken, ieder met zijn gezin, en zij vestigden zich in de steden van Hebron.