17. Toen ging Salomo naar Esjon-Geber en naar Elot aan de zeekust, in het land Edom.
18. Churam zond hem door zijn knechten schepen en kundige zeelieden; zij kwamen met de knechten van Salomo naar Ofir en haalden vandaar vierhonderd vijftig talenten goud, die zij bij koning Salomo brachten.