2 Kronieken 7:14-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. en mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen.

15. Thans zullen mijn ogen geopend zijn, en zullen mijn oren luisteren naar het gebed te dezer plaatse.

16. Thans heb Ik dit huis verkoren en geheiligd, opdat mijn naam daar zij tot in eeuwigheid; mijn ogen en mijn hart zullen daar zijn al de dagen.

17. Wat u aangaat, indien gij voor mijn aangezicht wandelt, zoals uw vader David gewandeld heeft, en doet naar alles wat Ik u geboden heb, en mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht neemt,

2 Kronieken 7