1. Jechizkia werd koning, vijfentwintig jaar oud, en hij regeerde negenentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Abia; zij was de dochter van Zekarja.
2. Hij deed wat recht is in de ogen des Heren, geheel zoals zijn vader David gedaan had.
3. Hij opende in het eerste jaar zijner regering, in de eerste maand, de deuren van het huis des Heren en herstelde ze.
4. Toen liet hij de priesters en de Levieten komen en vergaderde hen op het Oostplein
5. en zeide tot hen: Hoort naar mij, Levieten! Heiligt u thans, heiligt het huis van de Here, de God uwer vaderen, brengt het onreine uit het heiligdom naar buiten;