5. in slagen, in gevangenschappen, in oproeren, in moeiten, in nachten zonder slaap, in dagen zonder eten,
6. in reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in rechtschapenheid, in de heilige Geest, in ongeveinsde liefde,
7. in de prediking van de waarheid, in de kracht Gods; met de wapenen der gerechtigheid in de rechterhand en in de linkerhand;
8. onder eer en smaad, in kwaad gerucht en goed gerucht; als verleiders en toch betrouwbaar;
9. als niet bekend en toch wèl bekend; als stervend en zie, wij leven; als getuchtigd, maar niet ten dode;
10. als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.